p een dag, nadat de Here Jezus tot de mensen gesproken had, zei Hij tegen de discipelen: Kom laten we naar de overkant gaan. Hij bedoelde naar de overkant van het meer. Ze lieten de mensen daar achter en gingen samen met de Here Jezus in het schip, er waren ook nog andere schepen die meegingen.
Toen ze op het meer waren begon het hard te stormen, het waaide enorm en de golven werden hoger en hoger. De golven werden zelfs zo hoog dat het schip volliep met water. De golven sloegen over de boeg en het water stroomde over het dek. De discipelen maakten zich zorgen, want het was best eng, maar de Here Jezus lag lekker te slapen, ze maakten Hem vlug wakker. Ze waren volgens mij wel een beetje boos, want ze zeiden tegen Hem: Vindt U het niet erg dat wij vergaan? Ze hadden wel een beetje gelijk, want er stroomde veel water in het schip en als niemand iets zou doen dan zou het schip zinken en dan zouden ze allemaal verdrinken en dat wou natuurlijk niemand.
De Here Jezus was gelukkig wakker geworden en weten jullie wat Hij deed? Dat zal ik jullie vertellen. Hij deed alweer een wonder, want Hij bestrafte de wind en Hij zei tegen de zee: Zwijg wees stil. Moet je nagaan, de Here Jezus begon te praten tegen de wind en de zee en Hij zei gewoon dat ze op moesten houden met hun woeste gebrul en het gebeurde ook nog. De wind waaide niet meer en het werd helemaal stil.
Maar toen kregen de discipelen toch wel wat te horen van de Here Jezus. Hij vroeg aan hen waarom ze zo bang waren geworden en waarom ze geen geloof hadden. Daar had de Here Jezus wel gelijk aan, want ze waren toch niet alleen in het schip? De Here Jezus was toch bij hen? Zou Hij hen niet beschermen? Volgens mij wel!!!!

Marcus 4:35-41