Het is zaterdagmiddag. Barend en zijn zusje Miranda zijn alleen thuis. Vader is aan het werk en moeder is even naar de winkel gegaan om boodschappen te doen.
De kinderen vervelen zich, want buiten regent het en binnen hebben ze al heel veel spelletjes gedaan en ze zijn nu wel uitgespeeld.
Barend stopt het ganzenbordspel in de kast achter in de kamer. Ineens krijgt hij een idee. Ja natuurlijk, verstoppertje spelen dat is écht leuk om te doen. Hij vindt het een geweldig plan, want ze wonen in een heel groot oud huis met veel kasten, waar je je leuk in kunt verbergen. Snel vertelt hij zijn plannetje aan Miranda. Ook Miranda vindt het een uitstekend plan.

Niet lang daarna zijn ze alles om zich heen vergeten. Ze gaan helemaal op in hun spel. Barend telt tot vijftig. Hij moet Miranda zoeken.
Een, twee, drie...., Barends heldere jongensstem is goed te horen in de grote hal van het huis. Hè wat duurt dat tellen toch lang, denkt hij bij zichzelf. En ineens heeft hij een heel leuk plannetje bedacht. Terwijl Miranda zit te wachten tot Barend haar vindt verstopt barend zich ook. Barend verstopt zich in de grote kast achter in de gang. "Zo" mompelt Barend zachtjes, "Miranda merkt vanzelf wel dat ik haar niet zoek en dan komt zij mij wel zoeken". Het lijkt hem echt leuk om Miranda zo voor de gek te houden. Maar o wee, moeder komt thuis. Oei dat is niet te best, denkt Barend bij zichzelf.  Moeder wil niet hebben dat de kinderen in de gangkast zitten, want daar bergt ze heel veel spullen in op. Barend kruipt nog dieper weg in de kast. Hij zit helemaal weggedoken in het uiterste hoekje. Terwijl hij zijn voeten iets dichter naar zich toetrekt, merkt hij dat de vloer zo ongelijk is. Voorzichtig gaat hij met zijn hand over de vloer heen. Er loopt een richel, ja het lijkt wel op een luik. 

Moeders hakschoenen tikken hard op het zijl in de gang. Haar voetstappen komen telkens dichter in de buurt van de kast. Barend bedenkt zich niet, snel trekt hij aan het luik. Pfft gelukkig het luik wil open. Vlug kruipt hij erin, hijlaat het luik heel voorzichtig zakken en wacht af.
De kastdeur gaat open, moeder zet wat boodschappen op de planken, en gaat weer weg. Hè, hè, gelukkig maar, moeder heeft niets gemerkt.
Wanneer Barend het luik omhoog duwt ziet hij nog net dat in de ruimte onder het luik een rooster zit. Dan hoort hij Miranda de trap afkomen, en zo snel hij kan klimt hij uit de schuilplaats en sluipt de kast uit.
Barend heeft zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd staan. Dat was toch wel een heel spannend moment. "Waar was je nou" moppert Miranda, "Ik zat al langer dan een kwartier te wachten". Barend lacht opgelucht, "Ik kon je niet vinden" zegt hij. Miranda is tevreden met dit antwoord.

Inmiddels is vader ook thuisgekomen van zijn werk en het is tijd om te eten. Als het eten klaar is wil Barend zo snel mogelijk kijken wat er nog meer in zijn geheime schuilplaats te zien is. Hij mompelt een excuus en maakt dat hij naar boven komt. Hij zoekt in zijn speelgoeddoos. Hè bah ook dat nog. Barend kan zijn zaklantaarn niet vinden. Hij kijkt nog eens goed in zijn kast. En ja hoor onder in de kast ligt de mooie glimmende zaklantaarn die Barend voor zijn verjaardag heeft gekregen. Heel voorzichtig loopt hij de trap af. Krrrk krrk, sommige traptreden kraken wat. Maar alleen Barend merkt het. Heel ingespannen loopt hij op zijn tenen naar beneden, dan heel zacht over de gang en zeer voorzichtig doet hij de kastdeur open. Gelukkig niemand heeft iets gemerkt denkt Barend bij zichzelf en trekt de deur achter zich dicht. De zaklantaarn doet hij aan. Zo nu is tenminste niet zo eng meer. Barend opent het luik en schijnt naar binnen. Hè wat jammer er is niets te zien. Dan klimt hij naar binnen en schijnt door het rooster onder het luik. Dit is wat Barend zoekt.. een kleinegang. Barend trekt eens aan het rooster. Pffff, pfff, wat zwaar. Maar wanneer hij nog eens heel hard trekt gaat het rooster eraf. Zo Barend kan naar binnen op zoek naar de schat. Het rooster zet hij opzij, dat heeft hij niet meer nodig. Met zijn zaklantaarn schijnt hij eens naar binnen. Barend huivert. Brrrr het is toch wel wat eng hoor. Maar de schat kan hij niet laten liggen. Barend is verschrikkelijk benieuwd. Zou het geld zijn, of eh misschien wel goud, of sieraden net als in de oude verhalen over zeerovers? Als Barend aan al deze dingen denkt begint hij weer moed te krijgen en hij kruipt moedig naar binnen. Wanneer hij een paar meter op weg is kijkt hij even achterom, zal ik teruggaan, denkt Barend. Maar nee hoor het is alsof de schat hem roept "kom Barend, kom hier moet je zijn". Ja Barend luistert naar de roep van de schat en hij kruipt vlug verder. En dan..., ja hoor daar is weer zo'n rooster. Barend schijnt eens door het rooster heen. Achter het rooster ziet hij heel veel spullen staan. Nu is Barend echt ontzettend opgewonden. Uitgelaten roept hij "hiephoi, jippie,ik heb een schat". Maar hij weet wel dat hij er nog niet helemaal is. Eerst moet hij door het rooster heen en dan pas kan hij zijn schat bekijken.

Barend drukt hard tegen het rooster aan. Dit rooster zit nog beter vast dan het andere rooster in de kast. Dan krijgt Barend een idee, hij zet zijn voeten tegen het rooster en duwt er heel hard tegenaan. En ja hoor, gelukt het rooster valt er met groot lawaai af. Maar het stoort Barend totaal niet dat hij zoveel lawaai maakt. Nee hoor, Barend denkt alleen aan zijn gevonden schat. Hij zit weer op handen en voeten en kruipt zo de smalle gang uit. Hij merkt wel dat hij nu in een grote ruimte is gekomen. Zijn hand gaat zoekend over de vloer maar hij vindt niets bijzonders. Dan schijnt hij gespannen met zijn zaklantaarn in het rond. Om hem heen ziet hij veel planken. Hij kruipt verder naar voren en schijnt wat omhoog. Hé hij ziet wat, het lijkt wel een bal. Dan schijnt hij iets verder naar rechts maar wat is dat? Het lijkt wel op een fiets. Ja het lijkt sprekend op een fiets, een echte jongensfiets. Barend begrijpt er niets van en hij schijnt nog iets verder naar rechts, vol verbazing kijkt hij naar de grote rode skippybal van Miranda, met daarnaast de oude kinderwagen van Miranda. Barend begrijpt er nog steeds niet veel van, met open mond kijkt hij om zich heen.  Dan gaat onverwachts de schuurlamp aan. Vlakbij hem ziet hij vader, moeder en Miranda. Nu begrijpt hij het. Hij is via de gangkast in de schuur terechtgekomen.  "Hè wat jammer nou", zucht Barend, "heb ik alweer geen schat gevonden". Vader, moeder en Miranda moeten heel hard om Barend lachen. Diezelfde avond vertellen vader en moeder aan Barend dat geld helemaal niet gelukkig maakt. Wat heb je aan veel geld, als je van binnen niet gelukkig bent. Jezus heeft een schat voor ons in de hemel. Een schat die hij als geschenk aan ons geeft, dat is hijzelf. Jezus heeft zijn eigen leven voor ons gegeven. Dit is het grootste geschenk dat wij van hem mogen ontvangen. Het zal onze grootste schat zijn, niemand kan ons dit afnemen. Wanneer je geld vindt, of goud of sieraden dan zal iedereen het van je proberen te stelen.

Geschreven plm. 1983