Pieter staat midden in de grote woonkamer en roept tegen zijn zusje: Elske ben jij al bekeerd? Elske komt vanuit de keuken de kamer ingelopen en zegt: Nee ik ben niet verkeerd Pieter. Pieter wordt boos, ik vraag niet of je verkeerd bent, ik wil weten of je al bekeerd bent. Bekeerd?, Elske kijkt verontwaardigd, ze weet toch niet eens wat dat is, wat een domme vraag. Ik weet niet waar je het over hebt Pieter, je spreekt zoals altijd wartaal, ze draait zich om en wil weglopen, maar Pieter is niet van plan om haar te laten gaan, hij grijpt haar bij de mouw van haar trui en zegt: Ho eens even, ik ben Johannes de Doper en jij moet luisteren. Elske is boos, ik luister niet, jij bent gewoon mijn broer. Je doet raar Pieter, waarom doe je zo raar? Pieter kijkt haar wat ongeduldig aan, jij ook altijd met je vragen, jij kunt ook nooit eens leuk meedoen.
Zonder vragen leer je niks, zegt Paul, hij is net de kamer in komen lopen en kijkt naar zijn boze broer en kleine zus. Pieter kijkt hem aan en zegt, oh Paul, leuk dat je er bent, doe je mee? Paul kijkt verbaasd; Meedoen? Waaraan? Pieter doet zijn borst wat vooruit, hij kijkt trots en zegt: Ik ben Johannes de Doper. Ben je al bekeerd? Bekeerd?, Paul kijkt nog dommer dan Elske, wat is dat? Pieter wordt nog bozer, hij stampt met zijn voeten op de grond, jullie doen altijd zo moeilijk, altijd! Paul vraagt: Of weet je het zelf ook niet Pieter? Jawel hoor, zegt Pieter, je bent bekeerd als je aan de Here Jezus gevraagd hebt of Hij in je hart wil komen wonen. Elske kijkt bedenkelijk, dat kan toch helemaal niet? Jawel hoor, zegt Pieter, de Here Jezus komt dan binnen in je wonen en dan  hoor je bij Hem, dan mag je Hem vragen of Hij de foute dingen weg wil halen, dat doet Hij dan evengoed ook. Elske snapt het nog steeds niet, maar Paul wel, hij zegt: Dat klopt, de Here Jezus woont al in mijn hart, ik voel Hem. Pieter wordt nog bozer, dus je laat het me uitleggen terwijl je het best weet? Paul moet lachen en begint snel het spel van Pieter mee te spelen, hij zegt: Johannes wat wilde je eigenlijk tegen mij zeggen? Pieter glundert, nu kan zijn spel beginnen, hij roept: Bekeer je en laat je dopen. Hij loopt naar Elske toe en trekt haar mee; Kom ik ga je dopen, zegt hij. Ik weet niet eens wat dat is, zegt ze verschrikt. Houd op met die domme opmerkingen, zegt Pieter, kom op, je gaat kopje onder in het water. Elske kijkt om zich heen, ze ziet helemaal geen water, dit is gewoon de houten kamervloer. Waar is dat water dan?, ze kijkt met haar grote blauwe ogen naar Pieter. Oei, Pieter wordt bozer en bozer, we doen net alsof, schreeuwt hij, net alsof! Oh gelukkig, zeg dat dan, bromt Elske, ze kijkt naar Pieter en zegt: Ik wil eerst weten wat dopen is voordat je me op de vloer laat vallen. Pieter is kwaad, ik laat je niet op de vloer vallen, roept hij boos, ik ga je gewoon vastpakken bij je schouders en dan doe ik je achterover onder water en trek je weer omhoog. Oh dan is het goed, zegt Elske, maar waarom moet ik dan in het water, waarom? Je bent vies, zegt Pieter, je bent super vies. Paul kijkt hoofdschuddend toe, oh oh oh, je maakt er een mooi zootje van.. zegt hij tegen Pieter. Hoezo?, vraagt Pieter, als jij het beter weet Paul, doe jij het dan. Goed, zegt Paul, ga jij maar bij Elske staan. Even later staat Paul in het midden van de kamer en begint te vertellen. Hij vertelt over de Here Jezus die gekomen is om mensen te redden, Hij vraagt of mensen bij Hem willen horen en of de Here Jezus bij hun mag komen wonen. Elske luistert aandachtig, ja dat mag, roept ze en ze loopt naar Paul. Paul zegt tegen Elske, vraag het maar. Elske zegt: Here Jezus wilt U bij mij komen wonen? Pieter wordt alweer wat boos, dit duurt veel te lang zegt hij, ik wil dat er gedoopt wordt, nu… Maar Paul praat gewoon door, rustig blijven Pieter, zegt hij, mensen moeten goed weten wat ze doen, ze moeten wel goed kiezen en je mag ze niet dwingen. Daar heeft Paul wel een beetje gelijk aan. Wil je ook gedoopt worden Elske?, vraagt Paul heel lief. Gedoopt? Elske kijkt wat angstig, maar waarom moet ik gedoopt worden? Pieter roept: Omdat je een mens bent dom kind, een mens die stoute dingen doet en dat stoute mens moet weggewassen worden. Elske schrikt zich rot, maar dan ben ik weggewassen en ben ik er niet meer, dat kan toch niet? Ik wil niet meer dopen, ik ga boven spelen. Als ze weg wil rennen pakt Paul haar vast, wacht even zegt hij, ik zal wel uitleggen wat dopen is, want Pieter maakt er een potje van. Ja tuurlijk, jij denkt altijd alles beter te weten, roept Pieter. Dan doe je het maar lekker zelf.
Paul begint te vertellen over de Here Jezus die naar de aarde kwam als baby en die aan het kruis werd gehangen en die daarna begraven werd. De Here Jezus werd in het graf gelegd en na een paar dagen werd Hij weer levend en Hij was helemaal veranderd, het was niet meer de oude Jezus zoals Hij eerst was, Hij was nieuw, zijn vrienden herkenden Hem haast niet meer, pas toen ze met Hem spraken wisten ze dat het Jezus was. Wat heeft dat nu met dopen te maken?, vraagt Elske. Heel veel zegt Paul, want als je bij de Here Jezus wilt horen dan wil je ook graag dat je oude leven weggaat en dat je dan een nieuw leven krijgt. Het water noemen ze ook wel een watergraf. Als mensen voor de Here Jezus kiezen en bij Hem horen dan wil de Here Jezus ook graag dat ze dat laten zien, dat iedereen het weet en dat bijvoorbeeld Pieter met zijn oude foute leven stopt en weer helemaal nieuw verdergaat. Ik vind het maar ingewikkeld, zegt Elske, ik ben nog veel te jong voor dopen. Pieter begint weer boos te schreeuwen, dat weten we best Elske, maar we doen nu even net alsof. Wil je nep gedoopt worden of niet. Ho ho, Paul pakt Pieter bij zijn schouders, je mag haar niet dwingen, ze moet het echt zelf willen en als jij zo boos blijft doen gaan we jou eerst dopen, dan gaan we die oude Pieter heel snel wegdoen, dan word je nieuw en wordt het hier een stuk rustiger. Elske moet lachen, ja doe maar, doe maar, ze begint te dansen van plezier. Ze vindt het erg leuk. Weet je wat, zegt Paul, ik doop Pieter en Pieter doopt Elske. Pieter zijn boosheid is gelijk over, ja dat is leuk, hij ziet het helemaal zitten. Even later staat Paul weer midden in de kamer, hij pakt Pieter goed vast en doet hem achterover, net niet op de vloer en even later trekt hij hem weer omhoog. Pieter kijkt boos, je doet het helemaal fout, moppert hij, je had ook wat moeten zeggen. Wat dan?, vraagt Paul. Je had moeten roepen: Ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in Jezus naam. We doen toch net alsof, zegt Paul. Ja maar nu is het niet goed, schreeuwt Pieter boos. Elske lacht wat, ze zegt: Volgens mij is Pieter nog steeds de oude Pieter, het moet nog maar een keer. Ja dat doen we, zegt Paul lachend en nu doet hij het precies zoals Pieter graag wil. Dan is Pieter aan de beurt om Elske te dopen, hij pakt Elske stevig vast. Au je knijpt, zegt Elske. Wil je dat ik je laat vallen, vraagt Pieter… nee natuurlijk niet moppert Elske, maar knijpen mag niet. Pieter pakt haar wat voorzichtiger vast en roept: In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in Jezus’ naam en hij doet haar achterover, maar hij heeft haar niet goed vast, met een enorme knal komt haar hoofd op de houten vloer. Au, roept Elske. Dat heb je ervan, zegt Pieter, ik mocht van jou niet knijpen. Zeg sorry, roept Elske.. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt, zegt Pieter, hij wil wegrennen naar boven, maar Paul grijpt hem vast, ho ho, zegt hij, je gaat eerst sorry zeggen, je bent nu niet meer de oude Pieter, je bent een nieuw mens. Pieter doet maar snel wat Paul zegt, hij zegt netjes sorry en het echte dopen daar moeten ze nog maar even mee wachten tot ze heel goed weten wat het is en of ze het echt willen, want dopen is geen kinderspel, daar is het te belangrijk voor!