Het is vandaag zondag en de zon schijnt heerlijk, het is de laatste dag van de vakantie. Deze vakantie heeft het zoveel geregend, dat Piepie Muis dacht dat zij in een zwembad woonde in plaats van in het mooie Grote Hazelbos. 
Vandaag wil zij iets leuks doen. Ze loopt al gewassen en aangekleed de keuken binnen en mama en papa Muis vallen bijna van hun stoel van schrik.
“Wat zie ik nu, zegt papa, is onze Piepie al gewassen en aangekleed? Het is een wonder moeder dat onze dochter zo maarvoor onze neus staat.”
“Toe vader, plaag haar niet zo, het is tenslotte haar laatste dag van de vakantie.”
Mama Muis kijkt naar de brief die postbode Gerrit Ekster is komen brengen.
Hij gaf die brief af en zei:
“Nou luitjes, deze brief was onder de krant blijven liggen, anders hadden jullie deze envelop al eerder gekregen. Ik ga maargauw verder, want er lagen nog best veel brieven en kaarten onder die krant.”
Hij vliegt de deur uit en ze horen hem nog lang zuchten. Gerrit Ekster is niet meer één van de jongste en zeker niet de snelste in het Grote Hazelbos.

Moeder kijkt haar dochter aan en zegt:
“Piepie er is een brief gekomen die we vorige week al moesten krijgen.”
Ze zucht nog eens diep en kijkt haar man aan, maar die doet net of hij het niet ziet en smeert een beschuitje met veel honingboter en bloemetjeshagel. Piepie kijkt begerig naar de beschuit, maar papa eet deze helemaal alleen op.
“Piepie, gaat mama Muis verder, we hebben nog familie in de Ardennen wonen, dat is een heel groot bos met veel bergen. Nu is mijn zuster Liesje daarheen verhuisd met haar man, Guus Grijze Muis. Ze hebben ook een zoontje, Lambiekske dat is jouw neefje en die is zes jaar.”
Piepie zit met open mond te luisteren. Daar had mama nog nooit over verteld.
“Nu is mijn zuster erg moe en moet drie maanden rust houden. Ze gaat daarvoor naar een sanatorium, een ziekenhuis voor mensen die veel rust nodig hebben. Oom Guus werkt in een bierbrouwerij, een fabriek waar bier wordt gemaakt en die kan niet alleen voor Lambiekske zorgen. Nu komt je neefje hier drie maanden logeren en gaat hier ook naar de Alle Dieren School. Hij zit thuis in groep twee, nu komt hij hier ook in groep twee bij juffrouw Loes de Poes.”
“O, maar die is ook heel erg lief hoor,” zegt Piepie met een blij gezicht. Vorig jaar had zij deze juffrouw in groep twee.
Mamma lacht om het blije gezicht van haar dochter.
“Oom Guus komt hem vandaag al met de Ganzenexpress brengen en gaat vanmiddag weer naar tante Liesje toe. De Ganzenexpress is een vliegdienst van ganzen die door heel veel landen vliegen. 
Kom, eerst gaan we naar de kerk, want het is zondag. “
“Nee, ik wil niet naar de kerk. Het is de laatste dag van de vakantie en de zon schijnt zo lekker. Laten we naar oom Johan gaan en daar op het terras een glaasje honinglimonade drinken.”
Piepie kijkt haar ouders verontwaardigd aan.
“Wat krijgen we nou, zegt papa, wil jij niet naar de kerk? Luister eens even goed jongedame, jij bent nog veel te jong om iets te willen.”
Huilend rent Piepie naar haar kamertje en snikt het uit. Mama is inmiddels naar boven gegaan en probeert haar dochter te troosten.
Even later komen de twee dames naar beneden en papa wil iets zeggen, maar mama schudt haar hoofd.

Ze lopen met hun drietjes over het Grote Pad naar de Alle Dieren Kerk.
Het is vandaag flink druk en papa en mama groeten veel die ze kennen. De dominee heeft het vandaag over de uittocht uit Egypte.
“Tijdens die tocht was God altijd aanwezig, overdag in een wolk en ’s nachts in een vuurkolom. Iedereen was blij, maar ze werden ook boos, want het duurde allemaal veel te lang. Wij mensen zijn ook wel eens boos omdat wij iets willen wat niet kan op dat moment. Ik kan me voorstellen dat veel mensen vandaag liever in de zon wilden zitten dan hier in de kerk.”
Piepie knijpt haar moeder in haar hand en die knijpt zachtjes terug.

Na de kerkdienst gaan ze naar het centrum en zien dat oom Johan het terras buiten heeft staan. Wimpie Lachduif zit daar ook met zijn ouders en al gauw zijn de grote mensen met elkaar in gesprek over de preek.
“Hoi Piepie,” zegt Wimpie, “balen hè dat we morgen weer naar school moeten?”
Piepie knikt en zegt:
“Wij zijn aan het wachten op de Ganzenexpress. Er komt een neefje bij ons logeren die helemaal in de Ardennen woont. Ik zal morgen aan juffrouw Kitty Kikker vragen, waar de Ardennen precies liggen.”
“Nou, dat is ook wat, zegt Wimpie verbaasd, wij wachten ook op de Ganzenexpress want mijn oma, de moeder van mijn moeder, komt een week op bezoek. Dat is de enige Lachduif die veel huilt.”
Piepie kijkt Wimpie aan en denkt: ‘dat zal wel weer een grapje van hem zijn, want Wimpie maakt altijd maar grapjes.’
Mama Muis roept Piepie dat de honinglimonade warm staat te worden en wil haar vertellen over de oma van Wimpie die ook met de Ganzenexpress aankomt vandaag.
“Piepie, weet jij wie vandaag ook met de Ganzenexpress aankomt?”
“De oma van Wimpie Lachduif.” zegt Piepie en pakt haar glas drinken.
 Even later komen er twee ganzen aanvliegen, één van links en de ander komt van rechts. Op de linkergans zitten oom Guus en Lambiekske en op de rechter de oma van Wimpie, die inderdaad zit te huilen.

Iedereen knuffelt elkaar en Piepie en Lambiekske draaien een beetje om elkaar heen en Piepie denkt dat deze jongen best kan meevallen en Lambiekske vindt zijn nichtje best aardig voor een meisje.
Ze lenen van oom Johan een handkar om de koffers op te zetten en gaan op weg naar het huis van Piepie. Wimpie loopt met zijn ouders en zijn nog steeds huilende oma de andere kant op. Piepie en Wimpie zwaaien nog even naar elkaar.

“Hoe was de vlucht?” vraagt papa aan oom Guus en die antwoordt dat er geen vertragingen waren geweest.
“Hoe is het met Liesje?” vraagt mama en oom Guus kijkt zorgelijk:
“Niet zo best Maria, ze is gauw moe en ligt hele dagen op bed. Ik hoop dat die maanden in het sanatorium haar goed zullen doen.
Thuis aangekomen krijgt iedereen een kadootje uit de Ardennen.
Papa krijgt een doos met 6 flesjes bier, mama krijgt een doosje bonbons en Piepie krijgt een pop.
“Die flesjes bier zal ik mij goed laten smaken.” zegt papa en likt zich nu al om zijn mond.
“Nou, die bonbons ruiken heerlijk. Die bewaar ik voor later,” zegt mama.
“Een hele mooie pop,” zegt Piepie en drukt de pop nog eens extra hard tegen zich aan.

Ze gaan allemaal naar de zolder om het kamertje van Lambiekske te bekijken en oom Guus vindt het niet tegenvallen.
“Allez Lambiekske, dat is toch een schoon kamertje, groter dan thuis.”
Lambiekske knikt blij en is ook verdrietig dat hij drie maanden zijn moeder niet zal zien.
Mama Muis ziet de tranen in zijn ogen en drukt de jongen even tegen zich aan.
“Ja Guus, dit kamertje heb ik vorige week nog een goed gepoetst, dus de kamer is zeker schoon.”
Mama kijkt verbaasd naar het lachende gezicht van Guus.
“Maria, schoon zeggen wij in de Ardennen tegen mooi. Schoon heet bij ons proper.”
Ze moeten allemaal hartelijk lachen en gaan naar beneden om in de tuin te gaan lunchen.

Helaas komt al gauw het moment van afscheid nemen. Ze gaan weer terug naar het centrum waar de Ganzenexpress al op oom Guus staat te wachten. Hij geeft eerst mama Muis een klapzoen op haar wang en papa Muis krijgt een klap op zijn schouder, daarna krijgt Piepie een knuffel en fluistert hij haar iets in het oor. Piepie knikt blij. 
Daarna knuffelt hij zijn zoontje nog eens extra, veegt de tranen uit zijn ogen en stapt dan op en vliegt weer terug naar de Ardennen
“Wat zei oom Guus tegen jou?” vraagt mama Muis.
“Of ik een beetje op Lambiekske wilde passen. Natuurlijk wil ik dat doen, want ik ben tenslotte ouder.”
Mama Muis knuffelt haar kleine grote meid en knuffelt ook haar neefje, want die zal het ook nog moeilijk krijgen.

Wordt vervolgd