Zullen we Jozef en Maria spelen?, zegt Jantina tegen Vincent. Alweer, zegt Vincent, ik vind dat niks aan, dat is voor meisjes en niet voor jongens. Nou dan speel ik het wel alleen, zegt Jantina. Ze pakt haar babypop en stopt het onder haar trui. Daarna pakt ze een beer en zegt: Ezel kom we gaan naar Bethlehem, ze willen de mensen tellen. Wat een vreselijk flauw spel, zegt Vincent, ten eerste is dat een beer en geen ezel en ten tweede kan die beer niks horen. Nee dat is waar, maar waar haal ik dan een horende ezel vandaan?, vraagt Jantina. Misschien moet je vragen of Stef mee wil doen, zegt Vincent. Dat is een goed idee, ik ga Stef halen. Jantina rent naar de woonkamer waar haar broertje Stef aan het spelen is en zegt: Stef, Stef, doe je mee? Wij spelen Jozef en Maria en de ezel, wij gaan een hele verre reis maken naar Bethlehem. Dat lijkt me wel leuk, zegt Stef, hij springt van de bank en loopt naar de deur. Maar eh… wat moet ik zijn? Jij moet ezel zijn, zegt Jantina spontaan. Ezel?, zegt Stef, dat vind ik niet leuk, ik wil Jozef zijn anders doe ik niet mee. Dan ben jij Jozef, zegt Jantina, ook goed. Kom maar mee. 

Ze lopen samen naar boven. Stef wil Jozef zijn anders doet hij niet mee, zegt Jantina tegen Vincent. Maar ik wil Jozef zijn, roept Vincent boos. Dat gaat niet, zegt Jantina, jij moet de ezel zijn. Ik speel geen ezel, mompelt Vincent, dan ben ik nog liever Maria. Stef en Jantina moeten er vreselijk om lachen. Oké jij mag Maria zijn, zegt Jantina, ik vind het best, dan ben ik wel de ezel. Ze gaat op haar handen en knieën zitten en begint wat te hinniken. Een ezel hinnikt niet, roept Vincent boos, een ezel balkt. Oh ja natuurlijk, Jantina begint luid te balken: Ia ia ia. Vincent bedenkt zich geen seconde en klimt op de rug van Jantina en roept: Vooruit, vooruit, naar Bethlehem. Jantina begint te kruipen, maar ineens begint Stef te roepen, ho eens even, hoeft Jozef niet mee? Jozef moet ook geteld worden hoor. Jozef pakt de ezel bij haar haren en trekt haar mee. Au au, roept Jantina, dat doet pijn, dat mag je niet doen. Verschrikt kijkt Stef naar Jantina, sorry, zegt hij, laten we maar snel verdergaan want het is een lange reis. Gelukkig zijn ze snel in Bethlehem, ze staan nu voor de deur van de woonkamer en kloppen aan. Vader is net thuisgekomen van zijn werk, hij doet de deur open en kijkt verwonderd naar de kinderen. Wat gebeurd hier?, vraagt hij verbaasd. Niks hoor, zegt Stef. Snel gaat hij verder met het spel en roept: Dag meneer, heeft u een plaatsje voor mijn vrouw om te slapen? Jij hebt helemaal geen vrouw, zegt vader lachend. We doen nep, zegt Stef boos, we spelen Jozef en Maria en geef ons nu maar een plekje om te slapen, want het wordt al donker en Maria moet een kindje krijgen. Vader kijkt geschrokken: Oh natuurlijk, zegt hij, dan ben ik de herbergier. Maak dat jullie wegkomen ik heb geen plekje voor de nacht, hier is geen bed voor Maria.

Nou zeg, roept Maria boos, waar moet ik dan mijn kindje krijgen? Boven op de zolder, zegt de Herbergier, ga daar maar heen. Maar daar is het zo’n zootje, zegt de Ezel. Ja inderdaad, daar is het een enorme troep omdat jullie niet hebben opgeruimd, zegt vader boos, dus ga daar maar heen en ruim gelijk op. Pfft, papa bederft ons hele mooie spel, zegt Jantina. Stampend loopt ze de trap op en Jozef en Maria lopen achter haar aan. Ze gaan naar de zolder en tussen alle rommel haalt Vincent de babypop onder zijn trui vandaan. Kijk eens, zegt hij tegen Jantina, het kindje Jezus is geboren. Vertel je dat aan een ezel?, vraagt Stef verontwaardigd, ik ben jouw man, ik ben Jozef, dat moet je aan mij vertellen. Nee hoor, zegt Vincent boos, het verhaal van het kindje Jezus moet je aan iedereen vertellen die je tegenkomt, dus ook aan de ezel. Ezels kunnen niks horen en ook niet praten, zegt Stef boos. Nou deze ezel toevallig wel, moppert Jantina en ik vind het verhaal van het kindje Jezus erg mooi, ik wil het elke dag wel horen. Dat is waar, zegt Stef, het is een prachtig verhaal. Ineens horen ze papa roepen: Jantina, Vincent, Stef, beneden komen.. eten. 
Kom Maria we moeten gaan, zegt Stef snel tegen Vincent, we moeten vluchten voordat de boze Koning Herodes het kindje vindt, kom ezel jij moet ook mee. Ze rennen naar beneden en even later zitten ze heerlijk te eten. Het spel zijn ze vergeten, maar het verhaal van het kindje Jezus vergeten ze nooit.