Pappa leest de kinderbijbel;
Daantje zit bij hem op schoot.
‘Kijk,’ zegt pap, wijst op het plaatje,
‘daar was onze Here dood.
 
En dat is zijn graf, waaruit Hij
opstond toen Zijn Vader riep.
En daar heb je de soldaten
die vertelden: Ja, ik sliep.’
 
Ook de engel staat op ’t plaatje,
die de vrouwen zeggen zou
dat de Here opgestaan was
en dat Hij ze spreken wou.
 
Dan lees pappa weer een stukje:
over Petrus die echt dacht
dat de vrouwen iets verzonnen.
Want wie had nou ooit verwacht
 
dat een dode weer kan leven,
zelfs tot in de eeuwigheid.
Nee, dat kon hij niet geloven
want een dode was je kwijt.
 
Maar toen kwam de Here Jezus
in het echt bij Petrus staan
en ook bij de and’re mensen
die daar heen waren gegaan.
 
Nou, toen wilden ze geloven,
want ze hadden ’t zelf gezien.
Ze vertelden het ook verder
aan de mensen en sindsdien
 
viert de kerk elk jaar het Paasfeest.
Ook wij vieren het vandaag.
En we zullen ‘t blijven vieren
want we vieren het heel graag!