Jojakim, de koning van Juda, regeerde al drie jaar en opeens kwam de koning van Babel, Nebukadnessar met zijn leger. Juda werd belegerd, dat betekende ze  overmeesterd werden, ze werden omsingeld en de stad werd veroverd en dit gebeurde niet zomaar, nee de Here zorgde er zelf voor. Er werd van alles meegenomen en goed opgeborgen in de tempel van de god van Nebukadnessar en in de schatkamer van die god, deze god was niet de God die in de hemel woont, maar een afgod. En toen zei koning Nebukadnessar tegen Aspanof, de leider van al zijn hofdienaren, dat hij jongen mannen uit Israël naar het paleis moest brengen, hij moest hen uitzoeken uit de mannen die ze gevangen genomen hadden en deze mannen moesten geen gewone eenvoudige mannen zijn maar het moesten mannen zijn die uit Koninklijke families kwamen, bijvoorbeeld prinsen, zonder gebreken, knap, ervaren en wijs, veel kennis, inzicht in wetenschap, geschikt om mee te helpen in het paleis van de koning en om les te geven in de taal van de Chaldeeën. Die mannen werden gehaald en de koning zorgde voor een dagelijkse hoeveelheid eten van de koninklijke tafel en wijn om te drinken. Dit zouden ze drie jaar moeten nemen en dan zouden zij voor de koning moeten werken. Maar tussen de mannen die gehaald werden zaten ook een paar mannen uit Juda. Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. De overste gaf hen eerst andere namen, Daniël noemde hij ineens Belsazar, Chananja kreeg de naam Sadrak, Misaël ging ineens Mesak heten en Azarja kreeg de naam Abednego. Daniël wist niet wat er precies zou gebeuren maar hij had besloten om in elk geval niet alles van de tafel van de koning te eten en ook niet de wijn te drinken die de koning dronk, hij wilde rein en schoon van binnen blijven en leven zoals God dat wilde en hij vertelde dit ook aan de overste, dat was de man die de  leiding had over de hovelingen. Daniël had geluk, God vond de wens van Daniël goed, Hij zorgde ervoor dat deze man luisterde, ja hij luisterde, maar hij had wel twijfels, de overste zei: Maar ik ben bang dat de koning u dan niet mooi genoeg zal vinden en ook niet goed genoeg, want de koning heeft zelf uitgekozen wat jullie moeten eten en drinken, straks vindt de koning jullie minder geschikt dan de andere mannen van jullie leeftijd en dan krijg ik de schuld. Maar Daniël had een prima plan, hij zei: Laat ons tien dagen proberen, geef ons water te drinken en groenten te eten en vergelijk ons later met de andere mannen die wel alles eten wat de koning voorgeschreven heeft, kijk daarna maar eens wat het beste is. Gelukkig mocht het, er werd geluisterd naar Daniël en tien dagen kregen zij alleen water en groenten en na die tien dagen waren ze mooier en zagen zij er beter uit dan de mannen die alles van de maaltijden van de koning aten. Vanaf dat moment pakte de dienaar de wijn weg en het eten dat de koning hen gaf en zorgde voor water en groenten. God gaf de mannen wijsheid, kennis, en verstand van alles wat opgeschreven was en Daniël kon zelfs gezichten en dromen uitleggen. Toen de drie  jaren voorbij waren en de koning de mannen wilde zien bracht de overste alle mannen naar koning Nebukadnessar en weten jullie wat zo bijzonder was? De koning koos juist Daniël, Chananja, Misaël en Azarja uit, juist deze mannen vond hij er het beste uitzien en het meest geschikt om bij hem in het paleis te komen werken. En steeds wanneer de koning hen iets vroeg waarbij wijs inzicht belangrijk was waren deze mannen het beste, zelfs tien keer beter dan alle geleerden. Het was erg bijzonder, maar dat was ook logisch, God had dit immers zelf geregeld.