Er was een een Koning, hij heette Belsassar. Deze koning hield een maaltijd voor duizend belangrijke mensen, machthebbers die bij hem hoorden. Ze hadden feest en dronken wijn en de koning gaf het bevel dat er gouden en zilveren bekers moesten komen, er moesten allerlei dingen gehaald worden die ze hadden veroverd en dus eigenlijk gestolen uit het huis van God, uit de tempel van Jeruzalem. De koning wilde vast pronken en laten zien wat hij allemaal had. En terwijl alles gebracht werd gaven ze zelfs de goden van goud, zilver, koper, ijzer, hout en steen de eer. Ze gaven God niet de eer, nee ze vereerden de goden.
Terwijl ze dat deden verscheen er ineens een hand, vingers begonnen te schrijven op de muur: Mene Mene Tekel Ufarsin. De koning had het niet meer, hij moest weten wat er aan de hand was en wat de tekst op de muur betekende, hij liet alle wijze mannen komen, ook waarzeggers en vroeg hen om uitleg, maar ze wisten het niet. Hij beloofde hen allerlei mooie dingen een purper kleed en een gouden keten, maar niets hielp, ze konden hem niet helpen. De koning raakte van slag, ook de machthebbers waren van slag, maar gelukkig kwam de koningin eraan,  ze zei tegen de koning dat er iemand was in het koninkrijk die wel zou kunnen vertellen wat er op de muur stond, ze noemde de naam van Daniël. Ze zei: Er is een man in het koninkrijk in wie de geest van de heiligen woont, en in de dagen dat uw vader koning was, was bij deze man heel veel wijsheid en verstand gevonden, hij was zelfs door uw vader tot hoofd van alle machthebbers en waarzeggers en alle wijze mannen gemaakt. Hij kan vast helpen.
Als deze man dromen kan uitleggen, hij verstand heeft en wijsheid en kennis moet hij komen en mij vertellen wat dit betekent, zei de koning. Laat Daniël roepen.
Even later werd Daniël bij de koning gebracht en de koning sprak hem aan: Ben jij Daniël die als gevangene uit het land Juda is weggehaald door mijn vader? Ik heb van u gehoord dat u wijsheid en verstand hebt en dat de geest van de goden in u woont. Niemand kan mij de tekst op de muur uitleggen, ik wil graag weten wat er staat, ik geef u een purper kleed en gouden keten, vertel het me wat staat er.
Daniël wilde helemaal geen geschenken, hij zei tegen de koning: Houd uw geschenken, ik hoef het niet, geef het maar aan een ander. Ik zal de tekst lezen voor de koning en vertellen wat er staat.
Koning luister: God, de Allerhoogste heeft uw vader Nebukadnessar macht, grootheid, eer en majesteit geschonken en juist daardoor hadden de mensen respect voor hem, ze waren bang voor hem. Hij kon doen wat hij wilde en toen hij overmoedig werd en zichzelf te goed vond ging het mis en werd hij van zijn koninklijke troon gegooid en de mensen hebben hem verstoten, ze wilden hem niet meer. Ze hebben hem bij de wilde ezels gebracht, daar mocht hij zijn, hij kreeg gras te eten, net als de runderen en zijn lichaam werd bevochtigd door het dauw van de hemel, het duurde lang, net zolang tot hij toegaf dat alleen God, de Allerhoogste, beslist wie het koninschap krijgt en wie het verdient.  Maar Belsassar jij wist dit allemaal heel goed en toch heb je daar geen rekening mee gehouden. Je hebt de gestolen spullen uit Gods tempel laten brengen en samen met machthebbers en vele anderen heb je daaruit wijn gedronken, je hebt al dat goud tot afgoden gemaakt, je hebt de eer gegeven aan goud, zilver, koper, ijzer, hout en steen. Deze spullen kunnen helemaal niks, ze kunnen niet zien, niet horen, ze hebben geen kennis, maar God, die jou je adem gaf heb je niet de eer gegeven, Hem heb je niet verheerlijkt. Daarom stuurde Hij die hand, en weet je wat op die muur staat? Ik zal het je vertellen, dit staat er geschreven. Mene mene tekel ufarsin. En het betekent, Mene: God heeft uw koninschap geteld en er een einde aan gemaakt. Tekel: Je bent op de weegschal gezet, gewogen en te licht bevonden. Uw koninkrijk is gebroken en weggegeven aan de Meden en Perzen.
Daniël had het schrift op de muur uitgelegd en kreeg het kleed van purper en een gouden keten om zijn hals en de mensen maakten hem tot koning. In diezelfde nacht werd Belsassar gedood.