Daar zit hij dan, op zijn knieën in de hal, die nieuwsgierige Simon. Hij heeft zijn linkeroor tegen de muur van de woonkamer gedrukt en hoopt dat hij iets kan horen van het gesprek van papa en mama. Weten jullie waarom hij dit doet? Telkens als papa en mama praten en Simon komt eraan dan stoppen ze en kijken hem vreemd aan. Dat vind Simon verdacht, ze hebben vast een geheim, ze willen vast dat hij het niet hoort, maar hij wil het graag horen. Misschien gaat het wel over hem, of over zijn vrienden. Ja Simon weet het zeker, het is niet erg om af te luisteren, het is juist heel verstandig, want zo kom je nog eens iets te weten. Hij drukt zijn rechterwijsvinger in zijn  rechteroor, misschien dat hij het dan beter kan horen. Wat vervelend het helpt niet, Simon wordt een beetje boos, er moet toch een manier zijn om te horen waar het over gaat? Hij kruipt wat dichter naar de deur en drukt zijn oor nog strakker tegen de muur, het helpt niks, het is niet te horen, hij hoort alleen dat papa heen en weer loopt en hij hoort dat papa praat, maar hij kan het niet verstaan. Boos loopt Simon naar boven en loopt de slaapkamer in van Suus. En?, vraagt Suus. Niks, ik heb geen woord kunnen verstaan, helemaal niks en ik heb het echt geprobeerd, mijn oor is helemaal rood, ik heb het super hard tegen de muur gedrukt. Ik snap er niks van. Hoe kunnen we weten waar ze over praten? Is er dan geen enkele manier om dat op te lossen? Volgens mij met een glas, zegt Suus. Een glas, hoe kun je nu luisteren aan de muur met een glas, moppert Simon, jij weet er helemaal niks van. Suus wordt boos, ik weet het best, dat heb ik geleerd op school. Meester Rick heeft het ons allemaal uitgelegd, je moet een glas tegen de muur houden en dan je oor tegen de bodem aan drukken en dan kun je horen wat er gezegd wordt. Makkelijk gezegd, bromt Simon, maar we hebben geen glas. Nee we hebben geen glas, maar daarom ga ik even drinken vragen, zegt Suus vrolijk. Ze wacht niet eens meer op Simon en loop gelijk naar beneden en opent zonder pardon de kamerdeur. Gelijk is het stil, vader en moeder kijken haar met grote ogen aan. Wat is er, zegt mama, wat kom je doen? Wij zijn even aan het praten. Jaja, zegt Suus, maar ik wil even wat drinken, mag dat? Ja natuurlijk mag dat, ga maar snel wat pakken. Suus loopt naar de keuken en pakt een glas uit de kast, nu moet ze net doen of ze iets drinkt. Oei dat is lastig. Ze denkt diep na en ineens weet ze het. Ze opent de deur van de koelkast en ze schudt een beetje met de ranjafles zodat het klinkt of ze iets pakt, dan loopt ze naar de kraan en doet even de kraan aan, nu klinkt het net of ze ranja heeft genomen. Maar nu dat klaar is moet ze nog verzinnen hoe ze dat glas mee naar boven neemt. Zou ze het onder haar trui kunnen doen? Nee dat is misschien toch niet zo handig, straks valt het stuk, of misschien moet ze het in haar broekzak stoppen? Nee denkt Suus, dat valt op, ze kan het veel beter achter haar rug houden en dan maar hopen dat ze het niet zien.
Daar gaat Suus met in haar rechterhand een glas, ze houdt haar hand op haar rug, ze doet het zo onopvallend mogelijk en loopt vlug terug langs vader en moeder. Zodra ze vlakbij hen is doet ze haar hand met het glas aan de zijkant van haar lichaam, ze hebben niks door en dan vlug langs hen en het glas voor haar buik. Zo het is gelukt, ze rent de trap op en laat Simon het glas zien. Zie je, dat was een makkie lacht Suus vrolijk. Geef dat glas maar aan mij, roept Simon enthousiast, ik test het wel. Nou vooruit dan, zegt Suus en ze geeft het glas aan Simon. Doe je wel voorzichtig met dat glas? Ja natuurlijk, hij sluipt snel de trap af naar de hal en gaat weer op zijn knieën liggen, het glas drukt hij tegen de muur en zijn oor drukt hij op het glas. Hoor je wat?, Roept Suus fluisterend naar beneden. Ssssssst…. Sist Simon. Laat mij het anders doen, roept Suus, ik wil ook meedoen. Sssssst sist Simon nog een keer. Hij hoort papa praten tegen mama: Het moeten grote potten zijn, dat is mooier. Kleine potten hebben zulke grote oren en dat is niet mooi. Maar met grote oren kunnen die kleine potten wel veel beter horen, zegt moeder lachend en dat is toch ook wel handig.  Pfffft Simon wordt ongeduldig, wat een saai gesprek, ze zijn helemaal niet duidelijk, hij snapt er niks van en alles wat hij hoort daar kan hij niks mee, ze praten over potten, wat voor potten? Hij staat op en wil net weer naar boven lopen als Suus ineens voor zijn neus staat. Simon schrikt zich een hoedje. Doe normaal, roept hij boos tegen Suus. Nou zeg, fluistert Suus, ik wil gewoon weten wat je gehoord hebt, kom op Simon, vertel het me. Helemaal niks, moppert Simon boos, helemaal niks, ze praten alleen maar over onzin, je kunt er niks uit wijs worden, het lijkt wel geheimtaal, het gaat over potten, grote en kleine potten en grote en kleine oren, wat een stom gesprek. Dat is grote mensen taal, zegt ineens een donkere mannen stem. De kinderen kijken verschrikt naar papa. Vader en moeder hadden natuurlijk allang gehoord dat de kinderen op de gang waren en ze vonden al dat Suus erg vreemd deed. Dus hadden ze besloten om hen even voor de gek te houden. Komen jullie maar even mee de kamer in, zegt mama lachend, dan zullen wij jullie eens vertellen waar wij het over hadden. Ja dat weten we al, bromt Simon, grote en kleine potten. Ja dat klopt, zegt mama en weten jullie wat wij daarmee bedoelen? Nee want het slaat helemaal nergens op, moppert Suus. Jawel hoor, zegt papa, het slaat wel ergens op en ik zal het jullie uitleggen. Kleine potjes hebben grote oren dat zeggen ze van kinderen die alles horen. Als grote mensen ergens over praten en de kinderen staan erbij dan doen ze alsof ze niks horen, maar ondertussen luisteren ze heel goed mee en ze vertellen vaak alles door aan anderen. En weten jullie wat dan het ergste is? Ze vertellen juist de dingen die niemand mag horen, dat zijn dingen die de grote mensen vertelden over iemand anders, of over iets doms wat ze hadden gedaan. Iets waarvan ze liever niet hebben dat een ander het weet. Daar hadden wij het over en we hielden jullie gewoon voor de gek omdat jullie van die kleine potjes zijn met supergrote oren, jullie willen alles horen wat wij bespreken, terwijl wij het gewoon over de verjaardag van Simon hebben, dat moet geheim blijven anders is het geen verrassing meer. Jullie kunnen veel beter jullie grote oren gebruiken om te luisteren naar de woorden en de verhalen van de Here Jezus. Ja maar daar hadden jullie het niet over. Nee maar het is wel heel goed om juist die dingen aan kinderen te vertellen, ook aan je vriendjes en vriendinnetjes, zodat die kinderen met die grote flaporen goede dingen horen en dat goede nieuws weer doorvertellen aan hun vaders en moeders en familie en vrienden. Mijn vriendjes hebben geen flaporen, zegt Simon verontwaardigd. Nee en mijn vriendinnen ook niet, zegt Suus eigenwijs, dat denken jullie alleen maar. Mama schiet in de lach, maar ze willen wel graag alles horen. Ja en ik ook, moppert Simon, vertel nu maar even wat jullie van plan zijn voor mijn verjaardag. Daar komt niks van in, zegt papa met een enorme lach op zijn gezicht. Je moet gewoon geduld hebben, nog twee nachtjes. Ja, nog twee nachtjes. Simon en Suus gaan nu maar wat drinken en daarna boven spelen en ze willen nog steeds graag alles horen, ze zijn tenslotte kleine potjes met grote oren, daar zijn oren toch voor?