Boe, met een luide schreeuw springt Kiran omhoog, hij staat midden in de bosjes en hij lacht zo hard hij kan. Silvester blijft staan midden op de stoep, hij kijkt met open mond naar zijn vriend en zegt, doe dat masker maar af, ik weet echt wel dat jij het bent. Dat is onzin, roept Kiran boos, hoe weet je dat dan? Heel simpel, zegt Silvester, je hebt je rode trui nog aan die je vanmorgen ook op school droeg en ik herken je stem. Kiran wordt boos, hij heeft een masker op, een masker van plastic, het moet een monster voorstellen, een eng monster en zo gedraagt Kiran zich ook als hij boos is. Hij schreeuwt tegen Silverster, maak jij maar dat je wegkomt, je bent een dikke spelbederver, ik wacht wel tot er iemand anders langskomt, iemand die mij niet kent en dan laat die schrikken. Je doet maar, zegt Silvester, hij haalt zijn schouders op, draait zich om en loopt weg. Hij wil naar huis gaan maar is toch erg nieuwsgierig wat er zal gebeuren. Hij loopt naar de flat waar hij woont en gaat in de portiek staan, helemaal in het hoekje bij het raam, hij kan nu nog net zien wat er gaat gebeuren. Hij kijkt naar de bosjes en naar de stoep, komt er al iemand aan? In de verte ziet hij een klein meisje lopen, ze loopt over de stoep en komt dichter en dichterbij. Wat zal er gaan gebeuren? Zal ze schrikken? Wanneer ze vlakbij de bosjes is springt Kiran omhoog, hij maakt enge geluiden, het lijkt wel een wolf. Het meisje springt wel een meter in de lucht van schrik. Ze gilt en huilt en ze rent zo hard ze kan weg, voorbij de portiek waar Silvester zich verborgen houdt. Silvester schudt met zijn hoofd, domme Kiran, dat kan toch niet, hij maakt iedereen bang, straks worden ze nog boos, hij moet uitkijken met wat hij doet. Hij kan beter dat masker naar huis brengen en leuk gaan spelen. Silvester loopt terug naar de bosjes en roept: Kiran stop er toch mee, je maakt de mensen bang, doe toch gewoon, je doet anders ook niet zo eng, mensen willen dit niet, ze willen dat je normaal doet, leuk doet en laat zien wie je werkelijk bent. Kiran komt weer omhoog en schiet in de lach, jaja zegt hij, dit is toch maar een grapje, ik weet toch zelf ook wel wie ik echt bent en dat ik in het echt niet eng ben, maar nu ben ik even aan het spelen, even verkleden, daar geniet ik van, dus laat me nu maar en ga jij maar naar huis. Wat doe je hier eigenlijk nog. Niks, mompelt Sylvester, ik kwam gewoon even weer kijken, ik wilde met je spelen. Dat kan, zegt Kiran lachen, kom maar bij mij in de bosjes, ik heb nog een masker, dan krijg jij ook één en doen we het samen. Niks ervan, zegt Sylvester verontwaardigd, ik ga echt geen mensen laten schrikken, dat mag niet, dat is zo dom. Hij wordt een beetje rood, eigenlijk vindt hij het best spannend en misschien zelfs wel een beetje leuk, maar hij is toch bang dat de maskers van Kiran iets te eng zijn en daarom blijft hij liever uit de buurt. Ga dan maar weer weg, bromt Kiran. Hij duikt weer naar beneden tussen de bosjes en Sylvester draait zich weer om en gaat weer in de portiek staan van de flat.
Door het raam ziet hij hoe een oude man aan komt lopen. De man loopt wat moeilijk en hij heeft in zijn rechterhand een wandelstok. Oh oh als Kiran die man maar niet laat schrikken, als hij nu maar verstandig is, want straks valt die man om, straks schrikt de oude man zo erg dat hij struikelt, dat moet niet. Sylvester wil er heen rennen, maar dat kan ook niet dan wordt Kiran boos. Hij weet niet wat hij moet doen, moet hij de man waarschuwen? Of zal hij gewoon maar afwachten wat er gebeurt? Sylvester zit te denken, hij voelt zich hier helemaal niet prettig bij, stel dat iemand zijn eigen opa zou laten schrikken? Sylvester denkt diep na, hij vergeet te kijken, hij schrikt zich rot van de schreeuw en herkent meteen weer de stem van Kiran. En wanneer hij door het raam kijkt ziet hij de oude man, zijn hoofd is zo rood als een biet, hij is boos, enorm boos, hij heeft zijn stok omhoog geheven en hij slaat naar de bosjes zo bijna op het hoofd van Kiran. Weg monster, roept de oude man, ik zal je krijgen, jij mij laten schrikken? Dat dacht je maar. Laat maar eens zien wie je bent als je durft, lafaard. Oh oh Kiran staat er ineens heel zielig bij, hij zegt niks, zijn schouders zakken naar beneden, hij weet niet wat hij moet doen. Sylvester rent naar buiten en roept naar de boze man, stop, stop, niet slaan het is mijn vriend. Doe hem geen pijn hij bedoelde het niet zo, hij wilde gewoon een grapje maken. De man kijkt naar Sylvester, grapje snauwt hij, grapje, noem je dat een grapje? Ik schrok me rot, snopapen dat jullie zijn. Doe dat masker af als je durft, monsterkind. Kiran haalt het masker van zijn hoofd, hij is geschrokken, hij durft de man niet aan te kijken. Sorry zegt hij zacht, sorry, ik… ik…, dit was niet de bedoeling. Jawel zegt de man, dit was wel de bedoeling, je wilde me laten schrikken en het is je gelukt. De man begint te lachen, en nu heb ik jou laten schrikken en dat is ook gelukt. Sorry, maar ik kon het niet laten. Sylvester en Kiran slaken een zucht van verlichting, och dat valt mee. De oude man zegt: Soms ben ik nog net een kwajongen, sorry daarvoor.
Hij kijkt Kiran vriendelijk lachend aan en zegt: Ik zou dat masker maar af laten, zonder ben je veel mooier. Zie je wel, roept Sylvester, dat zei ik ook al.
Sommige mensen, zegt de oude man, sommige mensen lopen altijd met een masker op. Die doen altijd net of ze beter zijn dan iemand anders, of ze doen net of ze super blij zijn, ze lachen de hele dag, maar diep van binnen zijn ze verdrietig, of ze doen of ze super lief zijn, maar eigenlijk zijn ze gemeen en doen ze dingen die wij niet mogen zien en weten. En weten jullie wat zo enorm belangrijk is? Sylvester kijkt bedenkelijk, maar Kiran weet het antwoord, hij zegt: Het is belangrijk dat je bent wie je bent en dat je je niet mooier voor doet. Precies, zegt de oude man, precies… zo is het! Mijn moeder zegt altijd dat wij iedereen voor de gek kunnen houden, maar dat de Here God alles ziet, dus dan helpen maskers niks, mompelt Sylvester. Je hebt een wijze moeder, zegt de man, ze heeft gelijk, er is een God in de hemel die alle dingen weet. Mensen kunnen ons voor de gek houden, ze kunnen ons laten schrikken, ze kunnen ons bang maken, ze kunnen een prachtig masker op zetten, misschien dat wij erin vliegen, maar God niet, hij weet alle dingen, Hij ziet het hart van ieder mens dus laat die maskers maar af. Kiran lacht blij, dat zal ik doen zegt hij vrolijk. Nou zegt de man, een kwajongensstreek is niet zo erg, als je maar voorzichtig bent en geen mensen pijn doet of angst aanjaagt, als het maar bij een grapje blijft. Ik berg de maskers voorlopig maar even op, zegt Kiran, ik ben me rot geschrokken van u. De man lacht, en ik van jou zegt hij, nu ga ik naar huis, ik neem een lekker kop thee. Als de man doorloopt zegt Kiran tegen Sylvester, bedankt dat je me kwam helpen. Daar zijn we toch vrienden voor, zegt Sylvester, kom op we gaan naar huis. Daar gaan ze, twee kwajongens zonder masker, gewoon zoals ze zijn!