Voor dit poppenkaststuk zijn 3 poppen nodig. Twee mannen en één vrouw. Het handigste is voor mijn gevoel toch een pop met een eigen hand in een handschoen bijvoorbeeld. Dan kun je dingen pakken enz. Zeker voor het watergeven van de bloemen enz is dat het meest handige. Alhoewel met een bewegende mond ook veel kan. Verdere benodigdheden: Gietertje, harkje, schepje, schild, zwaard en een helm, rozen. Ik had zelf een tuiningang (pergola) gemaakt en zowel aan de vensterbank alswel de achterwand bevestigd, maar dat is geen noodzaak. Op de achterwand van de poppenkast hadden we het huis van Klepperdeklep en Mopperpot geschilderd. 
Ik heb dit stuk zelf gespeeld samen met een nichtje van me. Wij gebruikten een grote poppenkast, dat heeft wat voordelen. De rozen had ik bijvoorbeeld in een plankje bevestigd. Dus gaten in een plankje boren en zorgen dat de (kunst)rozen er tot een bepaalde hoogte instaan, vervolgens het plankje heel laag achter de vensterbank hangen en het zo maken dat je het twee keer omhoog kunt schuiven/hangen. Wij hadden in dit geval gezorgd dat het plankje aan twee schroefhaakjes hing en hingen het gewoon twee keer omhoog, waardoor ze zogenaamd groeiden. Het is een beetje uitdenken wat de beste optie is, dit is afhankelijk van de poppenkast die gebruikt wordt, maar wanneer je een zelfgemaakte vensterbank bevestigt aan de poppenkast dan kun je daar best veel mee doen zonder de poppenkast te beschadigen. Ik heb op die manier bomen van gaas enz gemaakt en bevestigd. Je beplakt alles met krantenpapier en behanglijm en vervolgens verf je het geheel. Het schild en zwaard enz hadden we van plastic en karton. Dit hadden we gewoon achter de poppenkast klaarliggen en konden we zo pakken. Natuurlijk mag u het stuk iets aanpassen en inkorten. Wij speelde een vrij lang stuk omdat iedereen dat zo leuk vond, maar dat is niet voor iedereen haalbaar.

-------------------------------------------
Sjakie wordt verslagen

De gordijnen gaan open

Mopperpot: (Komt heel voorzichtig oplopen met een emmer over zijn hoofd en praat zacht fluisterend ten het publiek.)
Psst, psst. Hé hallo, is daar iemand? Oh ja daar! Ik zie niet veel, maar volgens mij hoorde ik wel iets.

Jullie moeten niet tegen mij praten hoor, want buurvrouw Klepperdeklep heeft hele grote oren, ze hoort eeeeecht alles en zodra ze mij hoort komt ze eraan.

Klepperdeklep: (komt op) Joehoe, hoorde ik iets? Buurman, buurman, waar ben je?

Mopperpot: (Verstopt zich in een hoek van de poppenkast en zegt tegen het publiek) Sssssssst.

Klepperdeklep: Ik weet zeker dat ik iets hoorde en ik dacht toch echt dat het de buurman was. 
Hebben jullie ook iets gehoord kinderen?

Ik denk dat ik toch maar even in buurman’s mooie tuintje ga gluren, want misschien heeft hij zich verstopt. Buurman Mopperpot is toch zo’n fijne en zo’n aardige man, maar volgens mij is hij gewoon een beetje verlegen.

Mopperpot: (Schudt zijn hoofd heftig heen en weer)

Klepperdeklep: Ik zou het zo fijn vinden wanneer wij wat meer contact kregen, samen een bakkie koffie drinken bijvoorbeeld.

Mopperpot: (Doet vertwijfeld zijn hand op het emmertje en roept)
Dat dacht je zeker hè? Eeeeeecht niet!!!!

Klepperklep: Buurman, buurman, buurmanneke, waar zit je?
(Ze loopt naar de ingang van de tuin)

Mopperpot: (duikt nog verder weg)

Klepperdeklep: Ik zal eens in het tuintje kijken, want ik weet het nu echt zeker, Mopperpot moet hier ergens zijn.

Mopperpot: (doet de emmer omhoog en roept boos) Je komt er niet in klepperdeklep, ben je helemaal betoeterd???

Klepperdeklep: Hé hallo meneer Mopperpot, wat heeft u op uw hoofd?

Mopperpot: Dat zie je toch?

Klepperdeklep: Ja ik zie het buurman, dat is een emmer, maar waarooooooom?

Mopperpot: Om jou niet te hoeven zien Klepperdeklep.

Klepperdeklep: Hoezo?

Mopperpot: Gewoon omdat jij je steeds met mij bemoeit.

Klepperdeklep: Maar ik vind je gewoon aardig Mopperpot! Zo en laat me nu maar even in je tuintje kijken, want die roosjes van jou, ja die roosjes zijn nog wel iets aan de lage kant, volgens mij kan dat veel beter. Laat me er eens langs.

Mopperpot: Je komt er niet in Klepperdeklep, absoluut niet! Ik ben zuinig op mijn tuintje en mijn spulletjes, ik wil het mooi houden.

Klepperdeklep: Maar buurman ik wil je alleen even wat tips geven, laat me er langs! Vooruit!

Mopperpot: Wegwezen Klepperdeklep, wegwezen.

Klepperdeklep: Wegwezen? Wegwezen? Nou buurman dat is fraai, laten we dan maar gewoon een fijn praatje met elkaar maken.

Mopperpot: Klepperdeklep je kletst me de laatste tijd de oren van mijn hoofd. Ik sta hier echt niet om te springen. Het is maar goed dat ik die emmer nog over mijn oren heb, dat dempt het geluid een beetje.

Klepperdeklep: Nou zeg, volgens mij ben jij met je verkeerde been uit bed gestapt
(tegen de kinderen en mensen)
Poeh poeh, nou nou, dat zo’n fijne vent, zo boos kan doen. Ik snap er niets van, maar ik geef het niet op hoor. Ik houd hem in de gaten. Zo dan ga ik nu maar eventjes naar binnen om de was te doen.
(ze verdwijnt uit beeld en gaat door de zogenaamde huisdeur naar binnen)

Mopperpot: Hèhè, zo die is weg. Hup die emmer heb ik niet meer nodig (Hij gooit de emmer weg). Nu zal ik mijn roosjes even water geven. (Hij loopt met zijn gietertje rond)

Waar bemoeit Klepperdeklep zich mee zeg! Hoe durft ze mijn tuintje zo af te kraken? (Hij pakt een harkje) Ik zal ook nog even het onkruid uit mijn tuintje harken. Mijn tuintje moet mooi zijn en mooi blijven. Ik vind mijn tuintje prachtig.

Sjakie: (komt oplopen en loopt sneaky naar de tuin van Mopperpot en kijkt naar binnen)
Ja meneer u heeft een prachtig tuintje.

Mopperpot: Vindt u dat?

Sjakie: Ja hoor, ik heb ook roosjes in mijn tuin maar niet zoveel als u.

Mopperpot: Oh

Sjakie: En u heeft van die mooie struikies! Maar toch staan uw roosjes wat aan de lage kant.

Mopperpot: Begint u nu ook al over mijn rozen? Wie bent u als ik vragen mag?

Sjakie: Ik ben snelle Sja… eh ik bedoel Sjakie.

Mopperpot: En waarom bemoeit u zich met mijn rozen?

Sjakie: Ik heb zelf ook een tuintje met roossies. Niet zoveel als u daar heeft, maar ze zijn toch eeeeecht wel zoooooooo’n stuk groter. (Hij gebaart overdreven met zijn armen)

Mopperpot: (Komt iets dichterbij staan) Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?

Sjakie: Nou ik geef mijn roossies mest en ik maak een praatje met ze, dat vinden ze fijn. Mag ik effe in de tuin komen om te laten zien hoe het moet?

Mopperpot: Nee, nee, Sjakie, Ik laat nooit iemand in mijn tuin. Mijn tuin is mijn lust en mijn leven. Het is voor mij heel belangrijk dat mijn tuin goed blijft, ik bescherm het met mijn leven.

Sjakie: Daar heb u helemaal gelijk in meneer. Ik doe dat net als u. Ik kijk ook heel goed uit wie ik binnenlaat. Maar ik ben zeer betrouwbaar hoor. Ik ben een echte plantenkennel!

Mopperpot: Plantenkennel?

Sjakie: Nou ja, ik eh, ik bedoel plantenkenner, ja dat bedoel ik! Maar ik heb ook wel 20 boemelwinkels.

Mopperpot: Boemelwinkels? Wat kun je daar kopen dan?

Sjakie: Bloemen natuurlijk!

Mopperpot: Oh je bedoelt bloemenwinkels. Hèhè, zeg dat dan.

Sjakie: Ja u mot goed luistere, ik eh, ik ben nog op zo’n school voor plantjes geweest moet je weten. Ik heb geleerd voor Hovenaar, eeeeeh ik bedoel Hovenier.

Mopperpot: Echt waar?

Sjakie: Ja hoor, u kunt me met een gerust hart vertrouwen. (naar het publiek) Hahahaha, zodra ik binnen ben sla ik mijn slag.

Mopperpot: Kom dan maar binnen, want hovenier hebben heel veel verstand van planten en bloemen, misschien kunt u mij een handje helpen.

Sjakie: (Loopt de tuin in en begint tegen de roosjes te kletsen)
Hallo meissies van me, wat zijn jullie mooi vandaag. Jullie motte alleen een beetje groeie, want dan ken ome Sjakie jullie wat beter over jullie bolletjes aaien en dat vindt Sjakie zoooooo fijn.
(de bloemen komen een paar cm omhoog)

Mopperpot: Goh het werkt echt, ze reageren goed op u meneer.

Sjakie: Zeg maar gewoon Sjakie hoor. En hoe heet u als ik vragen mag?

Mopperpot: Ik heet mopperpot.

Sjakie: Haha Mopperpot, wat een bijzondere naam. Maar eh… luister es effe Mopperpot. Je mot ook effe wat mest bij die roossies van je gooie. Daar groeie ze nog groter van. Heb je ergens mest?

Mopperpot: Ja Sjakie, de mest ligt in de schuur, ik ga het snel halen. Ik ben er zo weer. (verdwijnt uit beeld)

Sjakie: (Tegen de kinderen) Die Mopperpot ken je ook van alles wijsmake. Ik Hovenier? Ik ken niet leze of schrijve. Ik heb geen diploma op zak, alleen gestolen spulle! Over gestole spulle gesproke! Eens effe kijke wat er hier te hale valt. (Hij pakt een bloempot) Nou nee dat levert niks op, 10 eurocent misschien. (Hij pakt een harkje) 1 euro? (Hij pakt de gieter) 3 euro misschien? Nou laat ik die dan maar als eerste neme, dat is om mee te beginne.
Nou ik ga snel voordat Mopperpot er weer is. En niks verklikke hè? Klikken is helemaaaaaal fout! (Sjakie verdwijnt snel)

Mopperpot: (Mopperpot komt op met een pak in zijn hand waar het woord mest op staat).
Hèhè, zo daar ben ik weer. (Hij kijkt even rond). Oh Sjakie is al weg? Nou jammer, ik vind het een fijne man en een echte vriend.
(tegen de roosjes)
Zo papa zal jullie even wat te eten geven. Kijk eens wat lekker! Papa zal ook de modder bij jullie voetjes even aanharken. Zooooo kijk eens aan. (de roosjes groeien weer een paar cm.)
(Mopperpot tegen de kinderen) Zagen jullie dat? Ze groeien! Ze groeien echt! Moet je nu toch eens zien hoe groot en mooi mijn roosjes zijn. Jippie. 
(hij praat weer verder tegen de roosjes)
Papa zal jullie ook even wat water geven. (Hij zoekt de gieter)
Hé waar is mijn gieter? Gieter waar ben je? Gieeeeter????

Klepperdeklep: Joehoe… ben jij dat Mopperpot? Roep je mij?

Mopperpot: Nee natuurlijk roep ik jou niet. Ik roep mijn gieter. Die mooie gieter, die dure, je weet toch wel welke ik bedoel Klepperdeklep?

Klepperdeklep: Natuurlijk weet ik dat buurman. De vorige keer dat ik je zag had je hem nog.

Mopperpot: Ja dat klopt, waar kan die ineens gebleven zijn? Wat voor gieter heb jij klepperdeklep? Laat mij jouw gieter maar eens even zien!

Klepperdeklep: Ja nou wordt het fraai. Ten eerste heb ik geen tuin en dus ook geen gieter en ten tweede ben ik nog nooit in jouw tuin geweest. Jij bent de enige die in die tuin werkt dus jij bent de enige die de gieter kan hebben.

Mopperpot: Maar ik heb hem niet, echt niet. (Hij krabt op zijn hoofd) Weet je zeker dat je mijn gieter nergens gezien hebt Klepperdeklep? Helemaal nergens?

Klepperdeklep: Nee buurman, echt niet! Ja nou om eerlijk te zijn was ik daarnet op de markt en daar zag ik een man met allerlei tuinspulletjes. Hij had daar net zo’n gieter te koop.

Mopperpot: Dat kan niet Klepperdeklep, mijn gieter is een hele speciale, daar is er maar één van gemaakt. Dat gietertje kostte wel mooi even 100 euro.

Klepperdeklep: Wat een afzetterij Mopperpot. Maar dit gietertje kostte maar 4 euro, toch leek het sprekend op die van jou. Die marktkoopman was een vreemde vogel, nette blouse, zwarte pet. Mooi praten kon hij ook hoor, maar volgens mij was hij van de maffia.

Mopperpot: Zwarte pet? Nette blouse? Mooie praatjes?

Klepperdeklep: Dat zeg ik toch buurman.

Mopperpot: Sjakie? Heeft Sjakie mijn gieter gestolen? Dat kan niet!

Klepperdeklep: Sjakie? Wie is Sjakie?

Mopperpot: Dat is mijn vriend, hij heeft mij tips gegeven voor mijn roosjes, ze zijn wel 20 cm gegroeid. Hij zal mijn gieter niet gestolen hebben, ik geloof er niks van.

Klepperdeklep: Hoe goed ken jij die Sjakie?

Mopperpot: Heel goed

Klepperdeklep: En hoe lang ken jij die man dan al?

Mopperpot: Eh eh eh, nou… een halve dag of zo?

Klepperdeklep: Ben jij daar een potje dom buurman? Dat is wel heel erg kort en dan laat jij hem zomaar in je tuintje? Ik zou deze Sjakie toch maar een beetje in de gaten houden.
(tegen de kinderen) Ik vind dat verhaal van Sjakie een stinkend zakie. Er zit een luchtje aan.

Mopperpot: Ga maar snel weg Klepperdeklep, je haalt mijn vriend onderuit. Ik vertrouw Sjakie alsof het mijn eigen broer is. Wegwezen, ik vind die gieter vanzelf terug.

Klepperdeklep: Ik ga al Mopperpot, ik heb wel wat beters te doen dan luisteren naar dat gemopper van jou. Doei. (Ze gaat haar huisje weer in)

Mopperpot: Hèhè, die is weg. Eens even denken waar ik die gieter voor het laatst heb neergezet. Ehhhh dat was hier in de hoek… of…..

Sjakie: (Komt oplopen en loopt zomaar het tuintje in) Hallo Mopperpot zoek je iets?

Mopperpot: Ja Sjakie, ik zoek mijn gieter, heb jij die misschien gezien?

Sjakie: Neeee hoooooor! Neeeeeee! Mijn naam is haas, ik weet van niets.

Moppperpot: Ik weet wel dat jij hem niet hebt Sjakie, ik vertrouw jou alsof je mijn broer bent. Je bent mijn makker, mijn huis is jouw huis en mijn tuin is jouw tuin.

Sjakie: Dat komt dan goed uit Mopperpot, zowel voor onze vriendschap als ook voor mijn handeltjes. Maar Mopperpot, ik zou me maar niet al te druk make over zo’n gieter, want je roossies staat er prachtig bij. Ze zijn vet strak gaaf gegroeid.

Mopperpot: Je hebt gelijk Sjakie, ik maak me eigenlijk druk om niks.

Sjakie: Mooi zo, zulle we dan zo een koppie koffie drinke?

Mopperpot: Dat gaat niet Sjakie, ik moet zo weg, even de stad in om een nieuwe gieter te kopen en ik moet nog even boodschappen doen.

Sjakie: Nou dat is ook prima, dan doen we dat een andere keer. Ik ga weer Mopperpot.
(tegen de kinderen) zo die snaai ik nog effe mee, levert vast 2 euro op. (Hij pakt een schepje en loopt er mee de tuin uit).

Mopperpot: Wat heb je daar Sjakie? Zie ik dat goed? Steel jij een schepje van me?

Sjakie: Nee Mopperpot dat zie je verkeerd. Stelen is het verkeerde woord, ik steel jouw schepje niet, ik neem wat mij toekomt. Je zei toch zelf: Mijn huis is jouw huis en mijn tuin is jouw tuin? Nou kameraad, dit scheppie is dus ook van mij. Je ziet me later wel weer, die hark is namelijk ook niet verkeerd en misschien kom ik ook nog effe in je woning kijke.

Mopperpot: Maar zo bedoelde ik het niet, ik bedoelde niet dat je alles mee mocht nemen.

Sjakie: Dat heb je dan verkeerd gezegd Mopperpot. Je ken je woorde niet zomaar effe terugneme. (Sjakie verdwijnt weer)

Mopperpot: (tegen de kinderen) Oh wat moet ik nu doen? Straks steelt Sjakie alles wat ik heb.

Klepperdeklep: (Komt weer op) Zeg Mopperpot, was dat Sjakie die ik net weg zag gaan?

Mopperpot: Ja Klleppperdekkllllepkleeeeeep, dat was Sjakie.

Klepperdeklep: Ik wil niet veel zeggen Mopperpot, maar ik zeg je dit: Dat was die marktkoopman waar ik het over had, ik weet het haast zeker. Dat is een boef. Als hij weerkomt moet je hem niet in je tuin laten Mopperpot. Je moet hem tegenhouden, want volgens mij zag ik hem met een schep van je lopen.

Mopperpot: Ddat klopt Kllllepperderklep. Ddddat klopt. Mmmaar ik laat hem er niet meer in, ik doe wat je zegt Kllepperdekkkkklep.

Klepperdeklep: Goed zo buurman, dan ga ik vlug weer naar binnen, want mijn eten staat aan. (ze gaat haar huis weer in)

Mopperpot: Klepperdeklep heeft gelijk, ik moet Sjakie tegenhouden bij het tuinhekje, hij mag er absoluut niet meer in. (Hij loopt onrustig heen en weer).
(tegen het publiek) Waarschuw me als Sjakie komt hè?

Sjakie: Zo daar ben ik weer, Mopperpot heb je de koffie al klaar staan, ik lust wel een bakkie.

Mopperpot: Jij brutale aap, je komt er niet in, ik wil je ook niet in mijn tuin hebben. Maak dat je wegkomt lelijke dief. (Hij gaat dreigend bij het hekje staan)

Sjakie: Hoezo? Het is ook mijn tuin, weet je nog? Aan de kant. (Hij duwt Mopperpot weg)

Mopperpot: Nee nee Sjakie, je komt er niet in.

Sjakie: Dat zullen we dan nog wel es effe zien. Hier heb je een pak slaag (Hij slaat Mopperpot op zijn hoofd, buik en duwt hem aan de kant)

Mopperpot: Au, au, dat doet zeer. (Hij grijpt naar zijn hoofd)

Sjakie: Zo Mopperpot, ik zal nog effe dat harkie pakke en dan gaan ik weer. En eh, laat die koffie maar effe zitte, je ziet me binnenkort wel weer. Tot dan kameraad!

Mopperpot: (Blijft huilend achter) Au, au, mijn hoofd en mijn buik doen zoooo zeeeer!

Klepperdeklep: Mopperpot, mopperpot, wat is er aan de hand?

Mopperpot: Sssssjakie, het komt allemaal door Sjjjjakie, hij heeft me geslagen!

Klepperdeklep: Geslagen, geslagen? Maar je laat je toch niet slaan door zo’n dikke boef?

Mopperpot: Maar hij was heel sterk hoor, veel te sterk voor mij!

Klepperdeklep: Je lijkt wel een watje Mopperpot of een zacht eitje!

Mopperpot: Een watje, een zacht eitje? Hij sloeg me heel hard op mijn hoofd hoor!

Klepperdeklep: Dan doe je een volgende keer maar een helm op Mopperpot, want dit kan echt niet.

Mopperpot: Ja maar Klepperdeklep… dan stompt hij me straks gewoon in mijn buik.

Klepperdeklep: Ik heb nog wel een schild of een harnas voor je.

Mopperpot: Maar Sjakie is zo sterk, hij slaat wel neeeet zooooo haaaaard als een bokser.

Klepperdeklep: Stop met dat gejammer Mopperpot, weet je wat je moet doen?

Mopperpot: Nou vertel het maar snel Klepperdeklep, want Sjakie kan elk moment terugkomen om weer nieuwe spullen te stelen….

Klepperdeklep: Je moet een zwaard nemen Mopperpot, een zwaard en dan prik je Sjakie waar je hem maar raken kunt. Je zult zien dat hij er heel snel vandoor gaat.

Mopperpot: Misschien heb je gelijk Klepperdeklep, ik heb nog wel ergens een zwaard liggen. Ik zal het snel opzoeken voordat Sjakie terugkomt.

Klepperdeklep: Goedzo Mopperpot, zo mag ik het horen! Ga maar snel.. dan houd ik nog even de wacht.

Mopperpot: Ja graag Klepperdeklep, ik ben er zo weer.
(Hij verdwijnt uit beeld en komt even later terug met een zwaard. Op zijn hoofd heeft hij een helm)
Zo daar ben ik weer, bedankt voor het oppassen, wil je nu dat harnas of schild voor me halen?

Klepperdeklep: Ja dat doe ik buurman, ik ben zo terug.
(even later komt ze terug met een schild en geeft het aan Mopperpot)
Kijk Mopperpot, hier heb je een schild, deze zal je goed beschermen, Sjakie kan je niks meer doen. Ik zie dat je ook al stevige schoenen draagt. Ik moet nu even terug naar huis buurman, want ik moet nog afwassen, ik kom straks even kijken hoe het gegaan is.

Mopperpot: Ja Klepperdeklep, dankjewel Klepperdeklep en eh… kom toch maar een keer gezellig koffiedrinken.

Klepperdeklep: Dat doe ik zeker Mopperpot, dat doe ik zeker, veel succes!
(Ze gaat weg)

Mopperpot: (Tegen de kinderen) Ik blijf hier net zolang wachten tot Sjakie er is en dan zal ik hem eens een lesje leren. Ik verstop mijn zwaard nog even, die pak ik pas wanneer het echt nodig is.

Sjakie: Hallo Mopperpot, ben je daar? Ik dacht…. Als ik nou es effe een stuk of wat roossies van je mee ken krijge… dat lijkt me niet verkeerd. Weet je wel wat ze tegenwoordig vrage voor een bossie roossies…?

Mopperpot: Ja zo’n € 6,95. Maar dit zijn mijn roosjes en daar blijf jij van af lelijke snoeshaan.

Sjakie: Nou, nou, nou, dat vind ik geen aardig woord Mopperpot, je moppert te veel. Laat me maar es effe wat van die mooie roossies plukke.

Mopperpot: Zorg maar dat je er langs komt Sjakie.

Sjakie: Wat draag jij daar nou Mopperpot? Toe laat me d’r gewoon maar effe langs.

Mopperpot: Je komt er niet langs.

Sjakie: Of wou je weer een pak slaag?

Mopperpot: Kom maar op Sjakie!

Sjakie: Zo daar… en daar, hier één en daar één. (hij slaat Mopperpot op zijn buik en hoofd)

Mopperpot: Ha ha, ik voel er niets van Sjakie, echt helemaal niets. Ik heb voor bescherming gezorgd, ik heb een wapenrusting aangetrokken, dat heb je soms nodig om de vijand te verslaan.

Sjakie: Ja maar ik ben geen vijand, ik ben een vriend Mopperpot, dat weet je toch nog wel?

Mopperpot: Je bent een hele hebberige vriend, vrienden stelen niet van je en vrienden vallen je ook niet aan!

Sjakie: Maar Mopperpot… kom op nou, het was maar een geintje, kom laat me er nu maar langs.

Mopperpot: Je komt er niet langs Sjakie.

Sjakie: Mopperpot.. aan de kant, het is mooi geweest, alleen met een helm en schild houd je Sjakie niet tegen hoor!

Mopperpot: (Pakt snel zijn zwaard en zwaait ermee in het rond)
Maar ik houd je wel tegen met een zwaard Sjakie, let maar op. Zo hoe voelt dit? (Hij maakt prikbewegingen naar Sjakie toe)

Sjakie: Mmmmmmopppperpppot, wwwat dddoe jje nu? Aaaaau, aaau, hou daar mee ooop.

Mopperpot: Nee Sjakie, ik stop niet voordat jij weg bent.

Sjakie: Hhhou op Mopperpot, iiiik gggga aaaal, ik ga eeecht en iiiik kom hhhhier nooit meer tttterug!.  (Hij rent weg en verdwijnt)

Mopperpot: (Roept hem na) Dat is je geraden ook!
Klepperdeklep…. Klepperdeklep… het is gelukt, ik heb hem verslagen!

Klepperdeklep: (Komt weer op) Wat is er buurman? Hoor ik het goed, heb je Sjakie verslagen? Echt waar?

Mopperpot: Ja Klepperdeklep… echt waar!

Klepperdeklep: Zie je nu wel dat ik gelijk had? Het is maar goed dat je een wapenrusting hebt aangetrokken, mensen zoals Sjakie proberen altijd met mooie praatjes in je leven te komen, die kun je niet altijd in je naakte niksie verslaan.

Mopperpot: Maar ik stond ook nooit in mijn naakte niksie Klepperdeklep, ik had mijn kleren wel aan hoor.

Klepperdeklep: Jaja… ik bedoel het ook niet zo letterlijk Mopperpot. Ik bedoel dat je sommige vijanden niet zonder hulp kunt wegjagen. Sommige vijanden zijn heel slim, net als Sjakie. Ze hebben leuke praatjes en doen wat dingetjes voor je, eerst lijkt het heel leuk, maar zodra ze hun plekje in je leven hebben gaat het mis. Je raakt je blijdschap kwijt en je raakt ook steeds meer van jezelf kwijt.

Maar eh… even een vraagje Mopperpot, geloof jij ook in de Here Jezus?

Mopperpot: Ja Klepperdeklep, jazeker.

Klepperdeklep: En wat doe jij dan wanneer je het moeilijk hebt in je leven?

Mopperpot: Dan ga ik bidden Klepperdeklep, dan ga ik zeker bidden. Héééél hard.

Klepperdeklep: En? Helpt dat altijd?

Mopperpot: Soms kan ik wel wat extra hulp gebruiken Klepperdeklep.

Klepperdeklep: Precies Mopperpot, zo is maar net. Pak je bijbel maar Mopperpot, pak je bijbel maar en sla die satan er maar mee om zijn oren. Zo doe je dat… (ze slaat Mopperpot met een bijbel om zijn oren)

Mopperpot: Au Klepperdeklep! Kun je niet beter tegen die satan zeggen wat er in die bijbel geschreven staat? Sta je dan niet veel sterker?

Klepperdeklep: Ja natuurlijk Mopperpot, goh dat ik daar zelf niet op gekomen ben. En eh… vraag de Here Jezus om extra bescherming Mopperpot, Hij wil ons een wapenrusting geven. Zijn Heilige Geest zal Hij sturen om ons te helpen.

Mopperpot: Dat ga ik zeker doen Klepperdeklep, dat ga ik zeker doen!

Klepperdeklep: Zullen we dan nu een kopje koffie gaan drinken Mopperpot?

Mopperpot: Ja laten we dat maar doen Klepperdeklep. (Ze gaan zwaaien weg)

Samen: Doei kinderen… doei!